Tot het takenpakket van de 7 Belgische universitaire ziekenhuizen behoort in de eerste plaats het verstrekken van “gewone specialistische medische zorg” zoals dat ook gebeurt in algemene ziekenhuizen.
Daarnaast staan de universitaire ziekenhuizen ook in voor het verstrekken van topklinische zorg aan patiënten met complexe en zeldzame aandoeningen. Ze beschikken over de nodigde expertise en infrastructuur om complexe en zeldzame aandoeningen adequaat aan te pakken.
Basis specialistische zorg
Het universitaire ziekenhuis kenmerkt zich door een volledig aanbod aan medische zorg, behorend tot diverse specialismen.
Het verstrekken van basis specialistische zorg is trouwens onlosmakelijk verbonden met de opleidingsfunctie van de universitaire ziekenhuizen: het is inderdaad onmogelijk een geneeskundige opleiding te organiseren zonder over het volledige aanbod aan klinische zorg, noodzakelijk bij de behandeling van diverse aandoeningen, te beschikken.
Complexe en topklinische zorg
De 7 Belgische universitaire ziekenhuizen garanderen dat patiënten met complexe en zeldzame aandoeningen en die nergens anders meer terecht kunnen een beroep kunnen doen op toprefrentiezorg .
Het verschil in zorgniveau is terug te brengen op 4 elementen:
1. Medisch personeel
Het medisch personeel van de universitaire ziekenhuizen bezit de meest geavanceerde bekwaamheden. Dit medisch personeel wordt geleid en omkaderd door ziekenhuisartsen die benoemd of aangeduid zijn na advies van de faculteit geneeskunde. Er bestaat een wettelijke norm die de overlapping tussen faculteit en ziekenhuis vastlegt: minstens 70% van de diensthoofden van elk universitaire ziekenhuis moet een academische titel bezitten.
2. Omkadering
De universitaire ziekenhuizen beschikken over een verpleegkundig en paramedisch kader van kwalitatief hoog niveau. De wettelijke normen voor deze omkadering zijn strenger dan voor algemene ziekenhuizen. Daar waar de norm voor algemene ziekenhuizen voor de gewone diensten een omkadering van 13 verpleegkundigen per 30 bedden voorziet, ligt deze norm voor de universitaire ziekenhuizen op 15 verpleegkundigen per 30 bedden. Ook de norm voor het minimale beddenaantal per dienst is verschillend: minimaal 25 bedden voor een universitair ziekenhuis tegenover een minimum van 30 bedden voor een algemeen ziekenhuis. Anders uitgedrukt: 0,6 voltijds equivalent verpleegkundige per bed in een universitaire ziekenhuis tegenover 0,5 VTE in een algemeen ziekenhuis.
3. Behandeling van complexe aandoeningen
De universitaire ziekenhuizen zijn wettelijk gemachtigd om bepaalde, complexe medische handelingen en behandelingen uit te voeren, die in de meeste andere ziekenhuizen niet mogen worden uitgevoerd. Zo is het uitvoeren van orgaantransplantaties enkel in de 7 universitaire ziekenhuizen toegelaten.
4. Uitrusting
De universitaire ziekenhuizen beschikken over hoogtechnologische uitrusting, in alle domeinen van de specialistische zorg.