RUZB vraagt budgetgarantie bij netwerkvorming en duidelijkheid over supraregionale zorgfuncties

De zeven Belgische universitaire ziekenhuizen vragen budgetgarantie en meer duidelijkheid omtrent de supraregionale zorgfuncties
Op 6 november 2018 organiseerde de Kamer een hoorzitting over het wetsontwerp klinische ziekenhuisnetwerken. De zeven universitaire ziekenhuizen van ons land wijzen er echter op dat het netwerkinitiatief tot nog toe niet voldoende ondersteund wordt door een aangepaste financiering en dat de eerder beloofde budgettaire garantie uitblijft. De RUZB/CHAB herinnert de beleidsinstanties op hun verantwoordelijkheid om het finale doel van de netwerkvorming te bewaren. We menen dat een correcte communicatie van de doelstellingen nodig is en dat het beleid een duidelijke boodschap moet geven inzake supraregionale zorg.

Een stabiele regelgeving en financiering is een absolute noodzaak als men de netwerken wil opstarten. Financiële stabiliteit en de begrotingsgarantie op bedrijfsniveau moeten het wederzijdse vertrouwen tussen partners bij de netwerkgesprekken en in de eerste jaren van hun oprichting bevorderen.

De UZ’s hebben naast hun locoregionale functie ook een supraregionale en universitaire functie. Deze laatste kenmerkt zich door inzet en investeringen in het klinische en fundamenteel onderzoek, opleiding en tertiaire en complexe zorg. Door hun universitaire karakter garanderen onze ziekenhuizen een performante, hoogkwalitatieve en toegankelijke gezondheidszorg naar de toekomst toe. Naast de ontwikkeling van nieuwe behandelingen wordt geïnvesteerd in nieuwe diagnostische methodes, nieuwe technieken voor preventie van ziekten, revalidatietechnieken en nieuwe gezondheidszorgmodellen.
Dit is alleen mogelijk dankzij het specifiek statuut van de UZ’s dat onder meer voorziet dat minstens 70% van de artsen in de UZ’s gesalarieerd zijn. Het is dus van primordiaal belang dat dit statuut behouden blijft en dat een oplossing wordt voorzien voor het behoud ervan in het kader van de netwerkvorming.
Tussen 2012 en 2017 kregen de universitaire ziekenhuizen voor 200 miljoen euro besparingen opgelegd, en dit ondanks de structurele onderfinanciering van de academische missie. Deze zomer nog besliste de minister om unilateraal 18,8 miljoen euro van het budget voor de academische missie in te pikken. De Antares studie becijferde dat de reële kost voor de academische opdracht oploopt tot 24,3% van de werkingsmiddelen. In Nederland krijgen de universitaire ziekenhuizen voor dezelfde opdracht 32% van hun werkingsmiddelen, Duitsland en Zwitserland kunnen rekenen op 20% terwijl dit in België slechts 4,6 % bedraagt.

De RUZB/CHAB wijst de beleidsinstanties op hun verantwoordelijkheid om het finale doel van de netwerkvorming te bewaren. Het voorliggend wetsontwerp focust op de locoregionale netwerking en heeft bijgevolg als doel de locoregionale samenwerking vorm te geven. De klinische ziekenhuisnetwerking streeft naar een verticale zorgintegratie waar bij de eerste en de tweede lijn de zorg organiseren rond de patiënt. In de praktijk stellen we echter vast dat op het terrein vooral gestreefd wordt naar een economische samenwerking – vaak over verre afstand – die tegemoet komt aan een businessmodel van status quo en waarbij de patiënt als koopwaar dient. We menen dat deze evolutie niet in het belang is van de patiënt en niet het finale doel kan zijn van dit initiatief. Terwijl de netwerking vooral bedoeld was om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. Denk hierbij aan de kraamzorg, materniteit en pediatrie focussen de discussies zich op het terrein vooral op derdelijnsgeneeskunde zoals radiotherapie, cardiale interventies en PET-scan. We menen dat een correcte communicatie van de doelstellingen nodig is en dat het beleid een duidelijke boodschap moet geven inzake supraregionale zorg.
In het belang van onderzoek en innovatie menen we dat sommige supra-regionale functies zoals stamceltransplantatie, complexe radiotherapie en radiochirurgie, PET-CT en PET-RMN best gekoppeld worden aan een universitair ziekenhuis. Om deze functies optimaal te kunnen gebruiken is een concentratie van expertise nodig. Ze kaderen bovendien perfect in de opdracht van translationeel onderzoek en klinische ontwikkelingen van de UZ’s. Daarnaast is de kostprijs van de infrastructuur en/of materialen voor deze functies duur, zodat ze best gegroepeerd worden op de universitaire sites.

Laatste aandachtspunt in het wetsontwerp is het is het statuut van de medische raad van het locoregionaal netwerk. Zo voorziet het wetsontwerp dat binnen het netwerk alle beslissingen worden genomen in onderlinge overeenstemming tussen het beheer en de medische raad. We menen dat deze verregaande bevoegdheid van de medische raad in het netwerkbeheer de concrete netwerkvorming kan tegen gaan.
Binnen de universitaire ziekenhuizen is er reeds een aanzienlijke traditie en ervaring met de inspraak van het medisch korps in het bestuur van het ziekenhuis. In de UZ’s maken de artsen deel uit van de raad van bestuur van het ziekenhuis, wat maakt dat het vetorecht waarover de medische raad in bepaalde omstandigheden beschikt quasi nooit wordt gebruikt. RUZB/CHAB pleit dan ook voor een governance model waarbij artsen deel uitmaken van raad van bestuur, eerder dan zich te moeten beroepen op bevoegdheden met verzwaard advies via de medische raad. Alternatief is dat het governance model van de deelnemende netwerkziekenhuizen wordt gevolgd, eerder dan dat een nieuwe structuur op te leggen.

Enkele cijfers
De universitaire ziekenhuizen spelen een essentiële rol in de ziekenhuiszorg in ons land. In 2012 werden in ons land 1.800.065 klassieke hospitalisaties opgetekend, waarvan 256.150 plaats vonden in één van de zeven universitaire ziekenhuizen. Iets meer dan één ziekenhuisopname op 7 (14,2%) vindt dus plaats in een universitair ziekenhuis. De universitaire ziekenhuizen zijn goed voor 10% van de erkende bedden in ons land.